Mijn kerstverhaal Vervlogen woorden verscheen in 2015 in de verhalenbundel Volg de sterren. Deze maand staat dit korte verhaal in een landelijke kerstkrant.
Wat een cadeautje! Taal verbindt mensen en het thema van de kerstkrant er een is naar mijn hart: geef liefde, krijg liefde.
Heel veel leesplezier!
Joanne
Kerstverhaal
Vervlogen woorden
Hendrik slikt. ‘Geen probleem.’ De telefoon glijdt langzaam uit zijn hand, zoals zijn zoon ook langzaam onder zijn handen leek weg te glijden. ‘Je vader begrijpt dat jullie het druk hebben. Dag, jongen. Doe je de groeten aan Ilona en de kinderen?’
Hij legt de hoorn neer en seconden, misschien wel minuten, staart hij naar het telefoontoestel op het eiken dressoir. Het blijft stil. Akelig stil. Er komt geen belletje van Ilona of van Joost om te zeggen dat ze tijdens de kerstdagen toch nog een gaatje in hun agenda hebben. Hij zucht. Waarom belt hij zijn zoon steeds vaker zonder zijn nummer te draaien? Maar, hoelang wacht hij al op een spontane uitnodiging om te mogen aanschuiven bij een feestelijk gedekte tafel? Nee, ze brengen de eerste kerstdag door bij Ilona’s ouders en op tweede kerstdag zijn ze met hun vieren: Joost, Ilona, Bas en Fleur. Quality time met hun gezin, had zijn enige zoon gezegd.
Even sluit hij zijn ogen en kijkt dan op naar het fotolijstje naast de telefoon. Dientje lacht naar hem, met die ontwapende lach en zorgzame blik. Zijn hand strijkt trillend over de foto. ‘Onze Joost, Dien.’ Hij schraapt zijn keel. ‘Wij hebben hem gemaakt. Wij maken elkaar. Zoals jouw liefde mij ik maakte, ons elkaar maakte. Ons gezinnetje maakte. Maar wie veranderde nu wie?’
Hij draait zich om en loopt voorovergebogen naar de stoel waarop Dientje altijd noest zat te breien, waarop ze aandachtig kruiswoordpuzzels maakte en televisie keek. In gedachten telt hij de jaren die voorbij zijn gegaan waarop die stoel leeg bleef, haar groen-gestoffeerde stoel. Zonder haar was het kil en stil in huis. Ze vulde hun bovenwoning met zoete geuren uit de oven en haar schaterlach. En elk jaar bakte ze op kerstavond een cake voor Joost. Hij buigt zijn hoofd naar achteren en ademt diep in. Hij ruikt weer die baklucht. Haar zoete amandelcake; ieder moment van het jaar was die lekker, maar het lekkerst op kerstavond. En na de afwas gingen ze altijd dansen! Tafels en stoelen werden aan de kant geschoven en verstrengeld bewogen ze op The Christmas Song van Nat King Cole. Onder haar keukenschort droeg ze haar mooiste jurk. Verrassing, het moet een verrassing blijven, Hendrik, had ze gezegd. Maar het was nooit een verrassing, het was haar rode jurk met dat blauwe strikje op haar rug. Het was nooit een verrassing, maar wel de mooiste jurk. Zijn ogen fonkelen. ‘Kerstavond, lief. Kom ik zet de plaat vast op. Net als vroeger.’
Een schelle bel klinkt uit zijn intercom. Hij schudt zijn hoofd en luistert ingespannen waar het geluid vandaan komt. Wordt er ook op de deur geklopt? Hij schuifelt naar de voordeur en opent hem op een kier. Voor hem staat een jonge vrouw in een wit jurkje met daarop iets van een naamkaartje, net onder haar sleutelbeen. Wie doet nou zoiets?
‘Meneer Van Meecheren?’
‘Wie zegt u?’
De vrouw duwt de deur iets verder open. ‘Bent u zover? Kan ik u helpen met omkleden?’
‘Omkleden? Wat wilt u van mij?’ Hij drukt zijn schouder tegen de deur waarna die in het slot valt. ‘Zo ongepast,’ zegt hij, wanneer hij op de groene stoel gaat zitten. Hij schuift zijn ellebogen over de versleten armleuningen en trekt daarna het puzzelboekje tussen de zitting vandaan. Met zijn vinger tikt hij tegen zijn hoofd. ‘Zes letters. Zes letters,’ herhaalt hij. Hij had Dientje zo vaak feilloos de synoniemen ingefluisterd en nu blijven ze steken in zijn hoofd.
‘Meneer Van Meecheren?’ klinkt een zware mannenstem.
Hij kijkt verschrikt opzij naar een lange man met een bos sleutels in zijn hand. Achter hem staat een jonge vrouw in een wit jurkje. Hij glimlacht naar haar. ‘Waar was je nou?’ Langzaam drukt hij zich uit de stoel omhoog. ‘Ik heb de cake alvast uit de oven gehaald.’
Sleutels rinkelen wanneer de man een stap naar voren doet en hem voorzichtig terugduwt in de stoel. ‘Blijft u maar even zitten,’ zegt de vrouw. ‘Vindt u het goed dat de broeder hier blijft terwijl ik u ga omkleden?’
Hij kijkt haar indringend aan. Zijn arm komt traag los van de armleuning en dan strekt hij hem uit naar haar. ‘Dientje, de afwas is al gedaan.’
Ze kijkt op haar horloge. ‘Wil jij alvast zijn pak met een gestreepte das op zijn bed klaarleggen? Dan is meneer net op tijd klaar.’
Als de broeder naar de slaapkamer loopt, houdt hij bij het dressoir zijn pas in. ‘Is dat zijn dochter?’ vraagt hij, wijzend naar de foto.
Ze schudt haar hoofd. ‘Nee, zijn vrouw. Lang geleden is ze overleden. Ik heb gehoord dat hij daarna nooit meer de oude is geworden.’
‘Dientje,’ zegt Hendrik. ‘Gaan we dansen in onze zondagse kleren? Jij en ik?’
Ze glimlacht. ‘Nee, misschien morgen. We moeten ons nu haasten want Joost staat zo beneden in de hal bij de kerstboom te wachten, op u.’
‘Joost?’
‘Uw zoon.’ Ze legt haar hand op zijn schouder. ‘Op kerstavond gaat u toch altijd naar uw zoon en zijn gezin?’
Hij knijpt zijn roodomrande ogen samen. ‘Affectie, zes letters. Ja, een woord van zes letters.’
Ze knipoogt naar hem. ‘Liefde. Liefde, meneer Van Meecheren.’
Trots op jou! Kus.
LikeGeliked door 1 persoon