Tags

, ,

Wanneer ik een spannend of een ander fragment uit een roman lees, wil ik als lezer dat moment beleven als een toeschouwer. Op het puntje van mijn stoel wil ik rillen en happen naar adem of nieuwsgierig blijven naar de verdere ontwikkelingen.
Een schrijver bereikt voor de lezer een dergelijke fictieve droom door zijn schrijfstijl. Een schrijfstijl waarbij hij de lezer in het moment houdt, de setting treffend toont en de personages hun verhandelingen laat dragen.

Je kunt een fictieve droom vergelijken met een film. Stel je voor je kijkt een thriller. Het is ondenkbaar dat een scène, zoals een moord, wordt verstoord door:

  • een voice-over (oftewel inbreuk door de stem van de schrijver/regisseur)
  • terug- of vooruitblik
  • samenvatting van wat eraan vooraf ging
  • verklaring voor of toelichting op de moord
  • het tonen van een vergelijkbaar moordgeval
  • opsomming van feiten

navy-34872_1280Signaalwoorden, ook wel indicatoren genoemd, breken in op de fictieve droom. Deze woorden geven de lezer namelijk een indicatie van het vervolg van de tekst of verduidelijken de tekst. Ik gebruik in mijn rapporten, adviesmemo’s en overige correspondentie vaak signaalwoorden. Die woorden geven structuur aan de tekst en zorgen ervoor dat de lezer de informatie beter absorbeert. Dat geldt ook voor literaire teksten, maar tegelijkertijd hebben signaalwoorden in verhalen een keerzijde. Signaalwoorden geven namelijk een voorschot op wat er gaat gebeuren, een verklaring, een toelichting, een samenvatting of herhalen en verduidelijken onnodig een situatie. Het gevolg is dat ik als lezer uit het moment van de beleving word gehaald, oftewel mijn fictieve droom wordt verstoord. Weg rillen, weg happen naar adem, weg nieuwsgierigheid.

Een greep uit signaalwoorden

Hieronder staat mijn selectie uit signaalwoorden die de fictieve droom kunnen verstoren. Ik zeg nadrukkelijk kunnen, omdat in een verhaal alles contextafhankelijk is en in het creatieve vak van schrijven er nooit één waarheid is. Bovendien kun je de smaak van schrijfstijlen niet uitvlakken.

tekstverband

Het omzeilen van signaalwoorden (met voorbeelden)

Ik ben van mening dat de schrijver zonder de regie-aanwijzingen van signaalwoorden de lezer ín het moment houdt. Hiermee versterkt de schrijver bovendien de spanning, en door het bedenken van alternatieve woorden voor signaalwoorden ontstaan er originelere zinnen.
In onderstaande voorbeelden heb ik een zin mét en zonder een signaalwoord geschreven. Ook heb ik begrippen als ‘woest’ en ‘rommel’ verpakt in een beeld. Welke schrijfstijl spreekt jou het meest aan?

Aangezien er geen licht in de kelder was, stak ze een lucifer af.
Het was donker in de kelder. Haar hand gleed naar het  doosje lucifers in haar jaszak en ze haalde diep adem.

Hij schudde  Anna’s hand, waarna hij zich onzeker voorstelde.
Hij schudde Anna’s hand en stamelde: “Ik ben Hans.”

Ik was woest over de rommel op zijn kamer. Bovendien had hij deze maand de huur niet betaald.
In zijn kamer lagen vieze sokken, boeken en snoeppapiertjes over de grond verspreid. Ik sloeg met mijn vuist op zijn bureau. Het was afgelopen! Hij ging vandaag nog die zooi opruimen en zijn huurachterstand betalen.

Voordat ze naar haar blind date in het wegrestaurant ging, kocht ze een knalrode jurk.
In haar nieuwe jurk stapte ze het wegrestaurant binnen. In de garderobe maakte ze het bovenste knoopje van haar jurk open. Haar hand gleed over de soepele stof. Hield haar blind date eigenlijk wel van knalrood?

Even later overwoog ze Pieter een kus te geven.
Pieter praatte honderd uit. Minuten leken wel seconden. Overwoog ze nu echt om hem te kussen?

Schrijfoefening

Schrap in onderstaande zinnen het (groene) signaalwoord en herschrijf de zin zonder dat de zeggingskracht van de initiële zin verloren gaat.

  1. Aanvankelijk dacht ik dat Pieter een balletje was, dat had te maken met zijn golfkleding.
  2. Zij meed Pieter op elke gelegenheid, met de bedoeling de vrouw te spelen die moeilijk te krijgen is.
  3. Pieter was nog steeds verliefd op Anna. Vandaar dat hij haar nog elke dag rozen stuurde.
  4. Pieter stuurde Anna elke dag rozen, desondanks kon hij haar liefde niet opnieuw winnen.

Ik nodig je van harte uit om de signaalwoorden in bovenstaande zinnen te herschrijven. Je ervaart vast en zeker dat het schrappen van signaalwoorden een beroep doet op je creativiteit. Hierdoor werk je het schrijven íhet moment in de hand (oftewel de fictieve droom) en kom je tot originelere zinnen.

Ik ben benieuwd welke signaalwoorden vaak in jouw verhalen sluipen. Laat je die staan en waarom? Of schrap je die in de fase van herschrijven?