De test
Herken je jezelf als schrijver in een of meer van de volgende situaties?
- Ik stel het schrijven van een verhaal steeds uit
- Schrijven is tijdrovend, waardoor ik er te weinig aan toe kom
- Ik vind het moeilijk wanneer een (proef)lezer opbouwende kritiek heeft over mijn verhaal
- Mijn verhaal komt maar niet tot een afronding, omdat ik naar perfectie streef
- Ik publiceer mijn verhaal niet, omdat ik het niet kan loslaten
- Er zijn veel betere schrijvers dan ik, waarom zou iemand mijn verhaal willen lezen?
Wanneer je je in minstens twee van de bovenstaande situaties herkent, is de kans groot dat je als schrijver (soms) onzeker voelt. Voel je gesterkt dat je niet de enige schrijver bent die zich zo voelt. Als redigerend-redacteur spreek ik regelmatig ervaren, en ook bekende, schrijvers die met diezelfde onzekerheid worstelen. Schrijven is namelijk geen exacte wetenschap waarbij het resultaat getoetst kan worden op feiten. Nee, schrijven levert telkens weer een nieuwe creatieve uitdaging op en het resultaat is onderhevig aan kwaliteit en de smaak van het lezerspubliek. Het blijft daarom telkens spannend hoe je verhaal, waaraan je met hart en ziel hebt gewerkt, wordt ontvangen door recensenten en (trouwe) lezers.
Een oorzaak van onzekerheid
De onzekerheid onder schrijvers komt soms voort uit het besef de literaire lat net niet aan te kunnen raken, maar vaker nog wordt dat oncomfortabele gevoel veroorzaakt door literair inzicht: die ene scène had iets scherper gekund, een andere opbouw had voor meer spanning gezorgd, de focus had meer op de ontwikkeling van het personage moeten liggen dan op de setting of een tijdsverdichting in meerdere hoofdstukken had het verhaal meer tempo gegeven en de boodschap verduidelijkt.
Dit is een kleine greep uit de keuzes die een schrijver in een verhaal kan maken. De vele keuzemogelijkheden geven de schrijver de ultieme vrijheid die onlosmakelijk is verbonden met creatief schrijven én tegelijkertijd moet hij daarbinnen alle verhaallijnen, ontwikkelingen en schrijfaspecten met elkaar in evenwicht brengen om zijn verhaal zo boeiend en geloofwaardig mogelijk te vertellen.
De onzekerheid door keuzestress geldt niet alleen voor schrijvers; want wie herkent zich niet weifelend voor de vitrines van een ijssalon met meer dan 70 bakken, 70 verschillende smaken?
Schrijvers en hun onzekerheid
Vier maanden geleden was ik bij een lezing van Peter Buwalda over zijn kaskraker en debuutroman Bonita Avenue uit 2010. Tijdens zijn lezing en het televisie-interview dat daarop volgde, proefde ik uit zijn woorden onzekerheid. ‘Een miskleun zou erg zijn,’ sprak Buwalda tegen de interviewster. Hij refereerde daarbij aan zijn nog uit te geven tweede roman.
Ik geloof niet dat Buwalda twijfelt aan zijn schrijverschap. Integendeel en terecht. Hij is naar mijn idee onzeker over het niet kunnen evenaren van het grote succes van zijn debuutroman. Of, moet ik spreken van faalangst? In zijn lezing vertelde Buwalda namelijk dat hij de publicatie van Bonita Avenue, toen de persen al volop draaiden, wilde stoppen.
De man is een uitermate intelligente schrijver en zijn houding dat iets altijd beter kan, werkt zijn onzekerheid in de hand. Een verhaal is nooit af, waardoor het loslaten daarvan moeilijk is.
Ook mijn man Johan van den Ende wordt bij tijd en wijle geplaagd door onzekerheid. Meestal manifesteert dat gevoel zich bij hem bij het teruglezen van fragmenten en bij de kritische vragen die hij zichzelf stelt over zijn keuzes in zijn schrijfproces.
Johan vond het dan ook spannend om zijn manuscript WitterZwart, een oorlogsroman waar hij zes jaar met hart en ziel aan heeft gewerkt, los te laten. Een valkuil van jarenlang aan een manuscript werken is dat de totale film in het hoofd van de schrijver gaat leven, waardoor er op papier hiaten voor de lezer kunnen ontstaan. Drie weken geleden ben ik gestart met het redigeren van WitterZwart en door mijn onderbouwde bevindingen en onze discussies hebben we, naast een paar andere aanpassingen, die hiaten ongedaan kunnen maken. Zijn onzekerheid ebde weg door mijn positief kritische mening als lezer en als redigent. We zijn gelukkig beiden van mening dat elke schrijver onderschikt is aan zijn verhaal: het draait om het eindresultaat waarbij de lezer een geweldig en vermakelijk avontuur beleeft.
Fragment uit WitterZwart: over de onzekerheid van een schrijver
In onderstaand fragment maak je kennis met het hoofdpersonage Marco Sebastini Corletti uit WitterZwart.
Het verhaal speelt zich af in Italië en Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Halverwege het boek raakt Marco op een dag dusdanig verstrikt in keuzes dat hij naar de fles grijpt. In zijn dronken staat spreekt Marco tegen zijn adjudant en vertrouweling Koblenz over zijn schrijverschap. Zijn ontwikkeling op dat vlak is -door andere prioriteiten- blijven steken op het verwoorden van zijn gedachten in dagboeken en in zijn ongelezen gedichten. Enige zelfonderschatting is Marco niet vreemd; ook hij wordt geplaagd door onzekerheid.
Marco snifte en wreef met zijn linkerhand over de rug van zijn rechterhand totdat zijn huid rood kleurde. ‘Mijn schrijven. Wat is schrijven? Schrijven is het fotograferen van emoties met het objectief van de beperkende subjectiviteit. En de ware kunst van schrijven is dat zo te doen dat niemand dat waarneemt; dat iedereen een prettige herkenning ervaart. Prettige herkenning door de massa… Zo worden opinieschrijvers ook helden; als de onvrede waar ze aan appelleren door de bejubelende massa groot wordt gemaakt, de jubelende massa der middelmatigheid. Wij kennen zo’n opinieschrijver, toch? Autobiograaf, dat is hij, een autobiograaf met visie. Hij is de hoofdpersoon in dat boek waarin ons heden wordt beschreven. Een boek waarbij iedereen steeds angstiger wordt voor de volgende pagina. Een subjectieve rakker, dat is hij, en een narcist. Wie vindt zichzelf mooi op foto’s, wie vindt zijn eigen schrijven waardig om gelezen te worden, wie wil de wereld tonen hoe lelijk identiteit kan zijn? Alleen narcisten kunnen dat, schrijvers zijn narcisten en de beste onder hen worden leider van een volk, en de allerbeste heet Adolf Hitler. Het lezende en gedweeë volk dat bedrogen wil worden, dat wil beleven door prettige herkenning. Of moet ik zeggen opportunistische erkenning? De middelmaat wordt overbevolkt door volgzame opportunisten, of niet? Zeg jij het maar. Nee, jij zegt niets. Maar ik zeg je, zo werkt de kracht van het geschrevene, de zwarte inkt van de gefictionaliseerde waarheid op het gewillige, smetteloze wit dat zuigt omdat het iets te vertellen wil hebben aan de middelmaat. Wit. Hagelwit. Spierwit. Goddelijk wit. Wit zal bevlekt worden, bij de minste beroering verliest zij haar reinheid. Wit weet dat en heeft daarom papier tot haar slaaf gemaakt, tot de hoer van de convictie. Papier is een kameleonistische hoer, iedereen die het wenst mag haar gebruiken, en daarna wordt ze de schrijver. Ha, schrijvers! Niets meer dan hoerenlopers, kwijlend likkend aan de pen van hun verteldrift. Ben ik een narcist, Koblenz, ben ik een hoerenloper met mijn verteldrift als een onuitputtelijke erectie?’
‘Herr Marco, is het niet beter als u die platvink nu aan mij geeft?’
‘Ik ben een narcist, zeker ben ik een narcist, en ik wil die hoerenloper zijn, maar mijn verhalen zijn impotent.’
© 2017
Johans debuutroman verschijnt eind oktober 2017. WitterZwart wordt gepubliceerd dankzij zijn geloof in eigen kunnen en zijn doorzettingsvermogen. Ik ben blij dat Johan zich niet heeft laten ontmoedigen door de onzekerheid die tijdens zijn schrijfproces soms de kop opstak. Want Witterzwart is een verhaal geworden dat ontroert, boosheid en verontwaardiging oproept over de misstanden in de oorlog, maar ook toont dat keuzes altijd consequenties hebben. Witterzwart is een oorlogsroman met een thematiek die anno 2017 nog steeds actueel is.
Ik hoop dat jij, wanneer je onzeker bent over je schrijfproces, ook de keuze maakt om door te blijven schrijven! Leg je verhaal na de laatste punt voor aan een geoefende kritische lezer die affiniteit met je genre en je te vertellen boodschap heeft. Vraag je proeflezer om zijn/haar feedback te onderbouwen om daarvan te leren, maar ook om te beoordelen of die correctie daadwerkelijk iets toevoegt aan de beleving van de lezer. Vertrouw op en geloof in je eigen kunnen!
Deel jouw oppeppers of hoe jij je onzekerheid te lijf gaat hieronder. Ik kijk daar naar uit.
Joanne,
1. Ik stel het schrijven van een verhaal steeds uit
Soms gedaan…
2. Schrijven is tijdrovend, waardoor ik er te weinig aan toe kom
Schrijven mag tijdrovend zijn, maar ik kwam er soms wel te weinig aan toe.
3. Ik vind het moeilijk wanneer een (proef)lezer opbouwende kritiek heeft over mijn verhaal.
Absoluut. Alhoewel er wel een onderscheid is in opbouwende kritiek en hagelkritiek. Hagelkritiek? Ja, dat is veel roepen over van alles en hopen dat er minstens een punt doel treft. Proeflezen is net als schrijven; je moet het proces begrijpen.
4. Mijn verhaal komt maar niet tot een afronding, omdat ik naar perfectie streef
Schuldig.
5. Ik publiceer mijn verhaal niet, omdat ik het niet kan loslaten
Ik publiceer het wel, heel graag zelfs, maar loslaten… Ja, auw!
6. Er zijn veel betere schrijvers dan ik, waarom zou iemand mijn verhaal willen lezen?
Daar zijn er zeker veel van, maar WitterZwart is uniek en mag gelezen worden!
Dank je wel voor je artikel, Mooi geschreven en to the point
En ehh, mag dat hier? Ja? Ja!
Kus X
LikeGeliked door 2 people
Hallo Joanne,
Mijn reactie naar aanleiding van ‘De test’
Herken je jezelf als schrijver in een of meer van de volgende situaties?
1. Ik stel het schrijven van een verhaal steeds uit?
Antwoord:
– Ik stel het schrijven van een verhaal nooit uit. Sterker nog, ik maak meteen notities voordat het idee uit mijn gedachten verdwijnt.
2. Schrijven is tijdrovend, waardoor ik er te weinig aan toe kom?
Antwoord:
– Schrijven is inderdaad tijdrovend. Ik probeer zoveel mogelijk tijd vrij te maken.
3. Ik vind het moeilijk wanneer een (proef)lezer opbouwende kritiek heeft over mijn verhaal?
Antwoord:
– Opbouwende kritiek vind ik belangrijk omdat lezers objectiever zijn dan jezelf.
Je leert daardoor anders naar je schrijverij te kijken.
4. Mijn verhaal komt maar niet tot een afronding, omdat ik naar perfectie streef?
Antwoord:
– Mijn verhaal komt tot altijd tot een afronding. Meer moeite heb ik met grammatica in onze taal die de laatste jaren steeds wordt aangepast. Daar word ik soms onzeker van. Niet van het schrijven van een verhaal, maar of ik de spelling goed schrijf. Toentertijd was de spelling anders dan vandaag de dag. Ik heb het over de jaren ’50.
–
5. Ik publiceer mijn verhaal niet, omdat ik het niet kan loslaten?
Antwoord:
– Met het publiceren van verhalen heb ik geen moeite. Ik kijk niet naar de ander, blijf bij mijzelf. Of men mijn verhaal nu mooi vindt of niet.
6. Er zijn veel betere schrijvers dan ik, waarom zou iemand mijn verhaal willen lezen?
Antwoord:
– Ik zie dit als volgt: Naast het schrijven van hoofdzakelijk korte verhalen, teken- en schilder ik. Over smaak valt niet te twisten, dat wil zeggen: ‘Iemand vindt een verhaal mooi, terwijl de andere lezer er simpel weg niets mee heeft.’ Zo is dat ook in de kunst. De een houd van abstracte kunst terwijl de ander dit verafschuwd.
– Wel benijd ik mensen die taalkundig sterk zijn, maar dat wil niet zeggen of zijn/haar verhaal mij aanspreekt.
Groet,
Gemma van Etten
LikeGeliked door 1 persoon