Tags

, ,

Als kind begreep ik niet waarom ik de urgentie voelde om verhaaltjes te schrijven, eindeloos te pennen met vriendinnen en gedichten te componeren. Het was er gewoon. Inmiddels ken ik het antwoord op wat ik toen niet wist: verhalen helpen ons om informatie te begrijpen, te onthouden en betekenis te geven.

Het vertellen van verhalen is al eeuwenoud. Voor de primitieve mens was ‘storytelling’ vooral een vorm van informatiedeling om te overleven. Zo waarschuwde een verteller de groep voor het gevaar uit de omgeving.

Kun je aan de vorige zin betekenis geven en die onthouden na de informatie die nog volgt? Nee? Maar wat als ik je het volgende in details vertel? De zon gaat onder en een grotbewoner verzamelt de kinderen rondom het haardvuur aan de voet van de berg. Vuur knispert en hij vertelt over het voorval in de vroege ochtend: ‘Ik liep alleen door het bos en volgde het pad met de witte boomstammen. Bladeren ritselden en takjes knisperden onder mijn voeten. Ik klemde mijn hand steviger om de pijl. Voorbij een boom met takken die naar de aarde wijzen, vond ik eindelijk de struiken. De witte blaadjes van het Duizendblad wiebelden in de wind. Ik versnelde mijn pas. Mijn hand bewoog naar de bloem van de voorste struik. Twee bloemen zijn voldoende voor mijn wond, had de stamoudste tegen mij gezegd. Ik knakte een stengel en keek over mijn schouder. Ik verstijfde … op een armlengte van mij vandaan stond een beer! Het bruine dier gromde en richtte de klauwen van zijn voorpoten naar de lucht. Zijn nagels waren zo scherp als mijn pas geslepen pijl.’ Enzovoort.

india-1297420_1280Welke informatie onthoud je beter en appelleert meer aan je emotie: de instruerende zin over het gevaar of de beeldende tekst? Uit meerdere onderzoeken blijkt dat beeldende informatie beter te onthouden is en voor meer inleving zorgt. Maar hoe schrijf je beeldend? Hieronder lees je de tips & tricks.

 

  1. Woorden: abstract versus concreet

Vergelijk eens het verschil in beleving en voorstellingsvermogen van de volgende woorden.

Abstract Concreet
Vervoer Trein, bus, auto, fiets
Industrie Fabriek
Gevangene Drugsdealer, moordenaar
Onderkomen Villa, boerderij, kasteel
Landschap Paarse heidevelden, dennenbos

Tip: controleer in de redigeerfase je tekst op abstracte woorden of containerbegrippen en maak die concreet (tenzij daar contextueel geen aanleiding toe is; zie ook de onderbouwing van punt 2).

 

  1. Beelden: begrippen versus voorstelling
Begrip Voorstelling
Hij is een zwerver Hij graait elke dag in de afvalcontainers in het centrum van Amsterdam.
Hij is oud Zijn gerimpelde handen omklemmen zijn wandelstok en voorovergebogen schuifelt hij naar zijn stoel.
Hij is vermogend Hij parkeert zijn gloednieuwe Ferrari aan het eind van de oprijlaan van zijn villa.

In een verhaal is alles contextafhankelijk, waardoor je niet kunt stellen dat het schrijven van een voorstelling beter is dan het schrijven van een begrip. Begrippen zijn juist functioneel wanneer je:

  • tempo wilt maken (beeldend schrijven resulteert vaak in meer tekst)
  • een begrip niet wilt uitvergroten om de focus te leggen op de omringende tekst waarin meer belangrijkere informatie staat (beeldende informatie blijft beter hangen, waardoor je als schrijver via een afwisseling van begrippen en beelden de lezer kunt attenderen op belangrijke en minder belangrijke passages in je verhaal).

Tip: om begrippen om te buigen naar een (beeldende) voorstelling, stel je jezelf de vraag: waaruit blijkt dat?

Conclusie: wissel begrippen en beelden in je tekst af, om tempo te houden en de lezer te attenderen op welke informatie meer/minder essentieel is om te onthouden.

 

  1. Beschrijving versus waarneming
Beschrijving Waarneming
Ik voelde me opgelaten op het feest. In de feestzaal stonden mensen om statafels, lallend of druk pratend. Moest ik me voorstellen aan elk groepje? En, wat moest ik zeggen?
Het stonk in mijn gang. Ik werd misselijk van de rioollucht in mijn gang.
Ik proefde de gore smaak van witlof. De bittere smaak van witlof verpestte mijn eetlust.
Zijn handen waren ruw. Zijn gekloofde handen schuurden over mijn onderarm. Een rilling trok over mijn rug.
Ik hoorde mijn baby huilen. Mijn baby krijste.
Ik zag dat zijn huis vervallen was. De kozijnen van zijn boshuisje waren verrot en de voorgevel helde naar voren.
Hij was dol op zijn moeder. Op zijn bovenarm stond ‘mama’ getatoeëerd.

Een schrijver kan beschrijven wát zijn/haar personage met zijn zintuigen waarneemt of diezelfde informatie IN de beleving van het personage trekken. Door vanuit de waarneming van het personage te schrijven, ervaart de lezer het personage meer van vlees en bloed.

Tip: vermijd het letterlijk benoemen van de zintuigen, zoals ‘ik ruik’, ‘ik zie’ etc. Je komt dan tot een waarneming vanuit het personage. Bovendien leidt deze tip meestal tot zinnen met meer zeggingskracht.

 

  1. Informatie betekenis geven door een analogie (metafoor)

Een analogie is een overeenkomst tussen twee zaken. Een schrijver zet dit stijlfiguur in om informatie beter te laten begrijpen of te onthouden. Een analogie heeft dus niet de functie van mooischrijverij!

De grotbewoner waarschuwt de kinderen uit zijn leefgroep voor het gevaar van een beer (merkte je op dat die boodschap ondersneeuwt door overbodige details in de inleidende tekst?). Het is goed mogelijk dat de kinderen nog nooit een beer hebben gezien. Om het gevaar betekenis te geven, gebruikt de grotbewoner een analogie: de nagels van de beer waren zo scherp als zijn pas geslepen pijl.  De kinderen weten hoe scherp een pijl is, waardoor ze een voorstelling krijgen van de scherpe nagels van een beer (en bijbehorend gevaar).

Deel jouw mooiste analogie

Wat is jouw mooiste analogie/metafoor? Je kunt die hieronder in het reactieveld plaatsen (vul bij het plaatsen van je reactie niet de url van je/een website in, want dan werkt het reactieveld mogelijk niet).

Ik kijk uit naar je analogie!