Amy
Met gezwinde pas bewoog ik me richting onze straat en vroeg me af of mijn vader het al had gehoord op de radio.
In het ouderlijk huis van een vriendin was het onderwerp, op diezelfde zomerdag in tweeduizend elf, met enkel een mespunt aangesneden. Daarna was het over andere zaken gegaan.
Dat kon ik niet begrijpen, mijn vader vast ook niet. Onze occipitaalkwabben stroomden vol met beelden van een waarschijnlijk roerig Camden.
Toen ik thuis kwam zat mijn vader op het puntje van de salontafel en staarde naar de televisie. Zwijgend kwam ik naast hem staan en keek naar haar. In haar draai richting de camera kwam ze tot stilstand en kleurde zwart-wit. De cameraman moet hebben geglimlacht om haar ogen, bruinglanzend en zwart gevleugeld tot vlak onder haar wenkbrauwen. Onderin beeld verschenen de enige twee relevante data die een mensenleven rijk is. Daarna werd de aftiteling ingezet.
‘Om elf uur wordt het opnieuw uitgezonden,’ sprak mijn vader.
Vanochtend vond ik haar tweede album achterin de kast en fantaseerde over hetgeen wat niet meer kan.
Onderweg naar Amsterdam zou ik de twee albums achter elkaar afspelen om in mijn eentje vast stemming te maken.
Ik zou me ter hoogte van Zaltbommel voornemen om eerst te gaan eten in de stad. In een brasserie waar gesmolten kaarsvet langs dikke stompen druipt en op tafel stollend tot stilstand komt.
Het zou een herfstavond zijn in oktober of november. Maanden van melancholiek, een wijd niets tussen de zomer en de feestdagen.
Het zou hard waaien die dag, de wind zou fikse stoten uitdelen in een poging mijn Fiat van de weg te vegen. Bij de afslag naar De Baarsjes zou ik op de valreep mijn ruitenwissers aan moeten zetten.
Eenmaal in het huis van mijn beste vriendin zouden we wijn drinken, de tijd uit het oog verliezen en gehaast uit Bos en Lommer vertrekken, de kaartjes in haar jaszak, een boterham met kaas in onze hand. Op de fiets zouden we verregenen, maar dat zou ons niets kunnen schelen. Onze natte jassen zouden we achterlaten in de garderobe en bij het betreden van de poptempel zouden we trek krijgen in aangelengd bier.
Het publiek zou als één man een extatische joel uitstoten bij het optrekken van de rode geplooide gordijnen. Er zou oorverdovend applaus klinken, want daar stond ze dan.
Twinkelende ogen onder haar zwarter dan de wolken boven Amsterdam. Hooggehakt, gehuld in spijker, inkt en goud.
Daar zou ze staan, a tiny penny rollin’ up the walls inside.
De volgende dag zou ik mijn vader vertellen dat het onwerkelijk was.
Feedback van Joanne op de schrijversvraag
Allereerst wil ik je een groot compliment geven voor je schrijfstijl. Je zinnen zijn ritmisch, je verhaal heeft vaart en met de goed gekozen details roep je sfeer en een gevoel van hunkering op. In de tweede alinea trek je de lezer met de beeldende details in een vacuüm van tijd waarin de hunkering sterk voelbaar is. Om die sfeer te versterken maak je ook gebruik van het symbool ‘het weer’: het herfstweer wordt –zonder dat dit clichématig of opzichtig als een symbool wordt toegepast- in originele details en functioneel weergegeven. Mooi!
Overigens vind ik de volgende zin in de eerste alinea ook een veelzeggend en subliem in de context toegepaste vondst: Onderin beeld verschenen de enige twee relevante data die een mensenleven rijk is. Ronduit prachtig.
Onderstaand mijn antwoord op de schrijversvraag
Om gevoelens van weemoed en herkenning op te roepen bij de lezer, moet de lezer kunnen voelen waarnáár verlangd wordt. Door het mystieke of show, don’t tell in je verhaal miste ik aanvankelijk waar dit mooie verhaal écht om gaat: de dood van Amy Winehouse. De titel Amy in combinatie met haar woonplaats Camden bracht me via google bij het onderwerp van je verhaal. Toen ik je verhaal met die kennis nogmaals las, kregen alle zinnen plots lading en pas toen voelde ik de hunkering in de tweede alinea.
Ik vermoed dat de meeste lezers, net als ik, niet onmiddellijk oppakken dat je verhaal over Amy Winehouse gaat. En dat is jammer, omdat de lezer in dat geval de sterk neergezette sfeer in de tweede alinea mist.
Mijn suggestie is dan ook om iets meer informatie over Amy te geven waardoor voor iedere lezer de hunkering én weemoed voelbaar is. Zonder het verhaal zoet te maken of zonder de mystiek te vervlakken (want mystiek past goed bij het karakter / personage Amy Winehouse) kun je meer details over haar weggeven. Ik doel dan op details die (meer) duidelijk maken dat het hier gaat om Amy (zonder haar naam te noemen) door wat jou intrigeerde aan haar en haar stem om het gevoel van weemoed op te roepen. Vergelijk het maar eens met de hunkering naar een ouderwets gezellige spelletjesavond op de zaterdagavond. Wanneer ik alleen beschrijf wat het gemis met me doet, dan is dat een gegeven voor de lezer. Maar mét details over die gezellige zaterdagavonden, zoals met het hele gezin om de ronde tafel, het geluid van poppende popcorn in de pan, televisie op zwart en vader die altijd verloor bij mens-erger-je-niet, roep je herinneringen bij de (wat oudere) lezer op waarmee je direct appelleert aan zijn/haar gevoel van weemoed. Datzelfde geldt voor de herinneringen aan Amy Winehouse. Roep herinnering over haar op met details als bijvoorbeeld: een vleugje Billie Holiday in haar stem, haar kenmerkende make-up, naam van een hit, beschrijving van haar stemgeluid en wat dat met je deed etc. Je verhaal krijgt dan naast de voelbare hunkering ook de dimensies van herkenning en weemoed.
Samenvattend: een verhaal met een prachtige, eigengereide schrijfstijl waarin de hunkering van de pagina spat en waarin de weemoed kan worden versterkt door (iets meer) herkenbare herinneringen aan Amy Winehouse.